La Damnation de Faust: groots en meeslepend maar ook bij vlagen ongenuanceerd

Willem Jan Keizer

Rotterdam – Een groot apparaat aan musici stond zaterdagavond op en achter het podium van de Rotterdamse Doelen. Behalve het Rotterdams Philharmonisch Orkest  verzorgden vier zangsolisten, een koor van ongeveer honderd zangers en een kinderkoor een uitvoering van Hector Berlioz’ La Damnation de Faust.En ook nu weer dirigeerde Valeri Gergjev vanaf de podiumvloer en niet vanaf een dirigentenbok.

Als je je gaat afvragen wat La Damnation de Faustis, loop je vast. Een opera in twee delen? Het eerste deel is vooral verhalend met veel bespiegelingen over het gevoelsleven van de protagonist, Dr. Faust. Een cantate dan? Nee, want in deel twee komt er ineens veel meer dialoog en handeling aan te pas dan in deel één. Zo ging het elke keer weer bij Berlioz, de grenzeloze, onmatige, overkokende componist uit Parijs. Hij schreef vier symfonieën waarvan er één duidelijk deze titel draagt: Symphonie Fantastique. De overige hebben een programmatische titel, die meer duidt op een achterliggend verhaal dan op een symfonie. En ook qua opzet weinig symfonisch lijken. Harold en Italieis bijvoorbeeld een werk voor altviool solo en orkest. Berlioz zet je steeds weer op het verkeerde been.

Berlioz ging bovendien met de mythe over Dr. Faustus die zijn ziel verkoopt aan Méphistophélès (de Duivel) aan de haal. Hij laat het verhaal beginnen in Hongarije waar soldaten zich opmaken om ten strijde te trekken. Tegen wie en waarom maakt Berlioz niet duidelijk. Dit deed hij om verschillende redenen. Hij was idolaat van Helden. Zo’n Held was de Hongaarse aristocraat Rákóczi die in de vroege 18eeeuw een opstand tegen de Oostenrijkse Habsburgers leidde. De Rákóczi Mars, lange tijd een alternatief volkslied voor de Hongaren, moest en zou de opening worden van de Faustdus werd Hongarije het strijdtoneel. Bovendien kwam het hem tijdens concertreizen naar Boedapest goed uit om de Hongaren op deze manier te plezieren. 

Het verdere verloop is bekend: Faust ontmoet Mefisto, wordt hopeloos verliefd op Margarete die echter – per ongeluk en door manipulaties van Méphistophélès – haar moeder doodt. Ze beland daardoor in de dodencel; Faust kan haar alleen redden door zijn ziel aan Mefisto te verkopen. Hoe slecht het karakter van Mefisto is blijkt wel uit de slotscene, als Margarete de hemel beeft betreden en Faust mee moet naar de hel. Zelfs in de hel liegt Méphistophélès de hele boel bij elkaar. Hij beweert dat Faust uit eigen beweging het contract heeft getekend terwijl dit uitsluitend is gebeurd vanwege het voortdurende gemanipuleer van Méphistophélès. De tekst van Berlioz en Almire Gandonnière springt nogal van de hak op de tak en vliegt regelmatig over de details van het door Goethe hervertelde oude verhaal heen. Het verhaal is zo bekend dat het tegen deze behandeling wel bestand is.

Een grote rol is weggelegd voor het enorme koor, bijna honderd zangers sterk. Het Rotterdam Symphony Chorus werd aangevuld met koorleden van het Mariinsky Theater en tegen het einde, als de hemel moet worden uitgebeeld, het Amsterdams Kinder- en Jeugdkoor. Vooral de mannen moeten flink aan de bak in het eerste deel. Ondanks alle bespiegelende teksten pookte dirigent Gergjev het vuurtje te hoog op waardoor het op Russische overkill gestoelde geluid te hard werd, te ongenuanceerd.

Deze vurigheid was wel het juiste ingrediënt voor het tweede deel, het operagedeelte waarin het verhaal vaart krijgt. Waar deel één lange monologen van Faust kent, formidabel gezongen door tenor Alexander Mikhailov, vliegen de dialogen tussen Faust, Méphistophélès – oh wat was bas Mikhail Petrenko hier op dreef! – en een even lieve als vurige Margarethe (Yulia Matochkina). Absoluut hoogtepunt was de hellerit van Méphistophélès en Faust. In griezelige vaart joeg Gergjev zijn troepen op, enge geesten vlogen in het rondte met het nodige kippenvel tot gevolg. Het was mooi geweest als dit de apotheose was geweest, maar nee. Berlioz, mateloos, manisch en onbeheerst als hij was, plakte er nog een stukje hemel aan vast. Prachtig evengoed, met een verstild slot. Dit werk is festivalwaardig, het RPhO is heer en meester in de muziek van Berlioz, het past bij dit orkest.

Concertgebouw de Doelen:, Rotterdam: Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival. Rotterdams Philharmonisch Orkest, Rotterdam Symphony Chorus, Koor van het Mariinski Theater, Nieuw Amsterdams Kinder- en Jeugdkoor o.l.v. Valeri Gergjev. Yulia Matochkina-mezzosopraan, Alexander Mikhailov-tenor, Oleg Sychov-bariton, Mikhail Petrenko-bas. Berlioz: La Damnation de Faust. Bijgewoond: zaterdagavond 14 september

www.rotterdamsphilharmonisch.nl/nl/voorstellingen/Gergiev_Festival
Foto: Lithograph by Dickman, Jones & Hettrich – .Poster for a theatrical performance of Goethe’s play showing Mephistopheles conjuring supernatural creatures on the German mountain, the Brocken (or Blocksberg), which according to the tale is the scenery for the Walpurgisnight, from 30 April to 1 May. Prints and Photographs division of the Library of Congress via digitaal ID var.0694

©willemjankeizer2019

nothing may be re-publised or used otherwise without prior consent

Please follow and like us:
Pin Share
Back to Top