Concertseizoen in corona-jaar toch van start, zij het voorzichtig

Willem Jan Keizer

Rotterdam – Ondanks de corona pandemie en de wankele situatie van de cultuursector is het concertseizoen geopend, zij het niet met een jaarlijkse Uit-Markt. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest trapte vrijdag 4 september af in thuiszaal de Doelen met een wereldpremière en een geheel nieuwe zaalopstelling. Het concept van een concert wordt opnieuw uitgevonden.

Het podium van de grote zaal is getransformeerd tot nóg groter. De voorste vier rijen stoelen werden van de zaal afgesnoept teneinde een enorme podium-uitbouw aan te brengen. Het orkest werd als het ware in tweeën gedeeld, de strijkers op het originele podium en de blazers en de slagwerkgroep achterstevoren op de uitbouw. Zo kwam dirigent Lahav Shani in het midden te staan. Zijn grote voordeel is dat hij uit het hoofd dirigeert en zich dus naar alle richtingen kan wenden. Ook hebben de strijkers nu ieder een eigen partijen en lessenaar, waar in de traditie samen van één lessenaar werd gelezen. De oppervlakte die het RPhO zo innam was op deze manier twee keer zo groot als gebruikelijk maar in de gulle akoestiek van de Doelen vormde dit geen beletsel. Daarbij: er werden maar 350 personen in de zaal toegelaten, keurig gestroomlijnd, een pauze zit er voorlopig niet in. Dat noopt een orkest tot het geven van twee dezelfde concerten  van een uur op één avond om op deze manier in totaal, met dubbele inspanning, niet meer dan dertig procent van het gebruikelijke bezoekersaantal te genereren.

De Fanfare to Break the Silence die de jonge componiste Mathilde Wantenaar (1993) voor dit concert schreef werd uitgevoerd vanaf het orgelbalkon door de kopersectie aangevuld met licht slagwerk, een xylofoon en bekken. Voor de gelegenheid werd assistent-dirigent Adam Hickox de beurt gelaten. Zo hoort het te gaan met een assistent, dit is onderdeel van het finale leerproces van een orkestleider. Met deze fanfare deed Wantenaar zichzelf schromelijk tekort, ze is een zeer creatieve geest maar schreef een uiterst conventioneel werkje. Een solotrompet wordt omlijst door de rest van het koper, vormt zich van een erg traditionele fanfare tot een Gershwin-achtig jazz-muziekje om weer in omgekeerde vorm bij de solo te eindigen. Het daarop volgende Divertimento voor strijkorkest van Béla Bartók was een verademing door de grote klankruimte die de orkestopstelling bood. Alle details, alle volksdeuntjes maar ook het spookachtige Molto adagio met zijn web van filigrain, waren hoorbaar. Het orkest heeft ondanks de maanden van stilstand niets aan kwaliteit ingeleverd, was zelfs gretig en scherp.

Zo ook in de 9e Symfonie (1945) van Dmitri Sjostakowitsj, scherpte en gretigheid. Het volledige orkest zat nu rond Lahav Shani en maakte goed gebruik van alle ruimte, zowel in fysieke als in overdrachtelijke zin. Waar Bartók zich bediende van volksdeuntje, daar ging Sjostakowitsj aan de haal met marsen en fanfares. Hoewel de Sovjet-autoriteiten de bedoeling hadden om aansluitend aan het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog de componist een triomfantelijke overwinnaars-symfonie te laten schrijven heeft Sjostakowitsj daar een volledig eigen invulling aan gegeven. Geen overweldigende triomfmarsen maar huiver voor de aangerichte ellende en zelfs soms een lange neus naar de soldaten die zich de oorlog in hadden laten rommelen. Het RPhO overtuigde volledig, waar Sjostakowitsj doorgaans een althobo voor de droeve passages inzette, is het in de 9e een fagot. Prachtig gespeeld. En zowaar was door de grote spreiding van het publiek het applaus aanvaardbaar van volume.

Wat vooral de lering is uit deze culturele gelegenheden is dat concerten en voorstellingen vooral een sociale aangelegenheid zijn. Het economische aspect waar de laatste jaren zoveel nadruk op lag is irrelevant geworden. Er lag toch een deken van voorzichtigheid over het publiek, niet alleen vanwege de gestroomlijnde doorloop in de zaal die socialiseren bijna ondoenlijk maakte, maar ook vanwege de tamelijk opgefokte sfeer aan hoofdingang van het Rotterdamse concertgebouw. Een nog steeds groeiende hoeveelheid vooral jongeren wil luid toeterend per auto via het Schouwburgplein de stad verkennen. Dat dit zo niet kan dringt niet erg door maar is wel een bron van overlast voor bezoekers van de Doelen en de Schouwburg aan de overkant van het plein. Daar doorheen moeten manoeuvreren, zowel voor als na afloop van een concert, draagt niet bij aan een ongestoorde beleving. Dat zal zondag 6 september bij de herhaling van dit concert een stuk rustiger zijn.

Concertgebouw de Doelen Rotterdam: Rotterdams Philharmoisch Orkest o.l.v. Lahav Shani en Adam Hickox. Seizoensopening 2020 met werken van Wantenaar, Bartók en Sjostakowitcj.

Bijgewoond: vrijdagavond 4 september, 2e sessie.

Foto: Het Rotterdams Philharmonisch Orkest in de pre-corona tijd. © Guido Pijper

©willemjankeizer2020

nothing may be re-publised or used otherwise without prior consent

Please follow and like us:
Pin Share
Back to Top