Een reis met onbekende bestemming

Friese plattelandsnuchterheid én mediterrane passie verenigd voor een nieuw vioolconcert

 

De muziek van Karmit Fadael (1996, Treuchtlingen, Duitsland) heeft in al haar tot nu toe gecomponeerde werken een duidelijke signatuur. Bondig, spaarzaam georkestreerd – ook wanneer ze een compleet orkest tot haar beschikking heeft – geen langdradige zoekpartij naar een muzikale oplossing maar een fluïde, soms ijle verstilling die bij tijd en wijlen spiritueel overkomt zonder dat nadrukkelijk te zijn. Steeds vallen de dalende toonladders op, ook het geprononceerde gebruik van de viool. Dat is geen toeval want ze begon haar muzikale leven op dit instrument.

Haar culturele achtergrond – vader uit Israël, moeder Friezin – leidt tot een mooi evenwicht tussen passie en bedachtzaamheid, hartstocht en nuchterheid, omarming en een zekere distantie. In geen van de werken gaat Fadael een keer flink los, uit haar dak of vliegt ze uit een compositorische bocht. Telkens weer is daar die balans. Het tekent haar ook als mens. Opgegroeid op het Friese platteland staat ze met beide benen stevig op de grond en heeft ze een nuchtere en realistische kijk op de wereld en de mens. Ook de passie die ze via haar vaders zijde inbrengt valt in het Friese in goede aarde. Friezen mogen dan nuchter worden gevonden, als je ze raakt spat de passie er van af. Was Mata Hari, de artiestennaam van Margaretha Zelle, niet afkomstig uit Leeuwarden? En dichter-reiziger J.J. Slauerhoff eveneens? Kaatsen is er ouder dan voetbal en net zo populair en het Frysk minstens zo belangrijk als het Nederlands. Appels vallen nooit al te ver van de boom, het regionale zelfbewustzijn is bij Fadael terug te vinden.

 

Per ongeluk

Karmit Fadael is min of meer per ongeluk in het muziekvak geploft. Via de jaarlijkse compositiewedstrijd van het Nederlands Blazers Ensemble, waarbij de werken van jong talent tijdens de Nieuwjaarsmatinee worden gepresenteerd, kwam ze als violiste op het spoor van de componistenvak. Twee jaar later startte ze haar studie compositie in Den Haag aan het Koninklijk Conservatorium bij Calliope Tsoupaki, Martijn Padding en Guus Janssen. Talloze masterclasses volgden, het meest in het oog springend bij Han Bennink, Mary Oliver en Kate Moore. Prijzen volgden ook, nog ruim vóór haar afstuderen in 2019: twee maal de Young Talent Award (2013 en ’14) en de Tromp Compositie Wedstrijd voor het Tromp Concours in Eindhoven (2018).

 

Brahms en Beethoven

Via de al net zo jonge violist Pieter van Loenen (1993) kwam ze bij het Noord Nederlands Orkest in het vizier. Hij droeg haar voor om een vioolconcert voor hem en het NNO te schrijven. Een titel is nog niet in zicht, het werk aan het concert is nog in volle gang. Maar ervaring met het schrijven van solowerken, of composities voor orkest met een er boven uitschietend instrument, is er ondanks haar nog maar korte bestaan als componiste, volop. Fadael heeft een voorliefde voor de viool, ze componeert ook vanuit de viool. Pas als de instrumentatie moet worden uitgewerkt wordt de piano ingeschakeld. Uitweiden over de vioolconcerten van Brahms en Beethoven – beide vooral te spelen met de Joachim-cadenzen – is een conversatie vol puur plezier, net als wanneer het overigens soloconcerten betreft van György Ligeti of Henri Dutilleux. De werken van Fritz Kreisler zijn evenwel favoriet waar het de viool aangaat. Dat de na-oorlogse generatie componisten, met name die in Darmstadt bijeenkwamen – Kagel, Stockhausen, Berio, Messiaen – het soloconcert afwezen als een reliek uit het verleden boeit haar niet zo. Haar manier van omgaan met dit muzikale materiaal is daarentegen volledig anders dan gebruikelijk bij een soloconcert.

 

Westerse uitgangspunten

Een aantal werken trekken op dit punt de aandacht. Ananim’ (2018, Residentie Orkest) is spaarzaam geïnstrumenteerd, ijl en verstild met een intens in de snaar spelende viool die daar uit opborrelt. Dit korte, aforistisch aandoende werk van nog geen drie minuten lengte trekt al net zoveel de aandacht als het orkestrale ‘Magie des Pailettes’ dat ze in 2022 voor Phion schreef. In eenzelfde drie minuten laat ze westerse tonaliteit overvloeien in de microtonaliteit van de maqam. Ook al zo’n aforisme waarvan je eigenlijk zou wensen dat het stuk langer duurt. Een jaar daarvoor speelde het Residentie Orkest ‘Mei Inoar’ (Fries voor Met Elkaar) van een ruime zes minuten ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van de Verenigde Naties. Ook hierin elementen die de westerse uitgangspunten een stuk interessanter maken: dalende glissandi in klarinet en viool – de viool die als een rode wouw boven een antieke stad uit zweeft zonder een duidelijk solistische rol te hebben. Overeenkomstig zijn steeds die lange lijnen, een horizontale, melodieuze ontwikkeling waarbij de harmonieën minder ter zake lijken te doen. De aandacht verslapt in geen geval, met dank aan die wonderlijke mix van tonaliteit en microtonaliteit. Maar hoe zit dat dan met ‘Paringsdans’ dat ze voor het Tromp Concours schreef? Dit is ten slotte een concours voor slagwerk, lang niet het meest subtiele instrumentarium om voor te schrijven. Maar ook hier weer die lange, bijna trage lijnen. Een set bekkens en een tam-tam (grote gong) worden in dit stuk klanktechnisch ontleed in een zoektocht naar de klank met uiteraard meer lawaai tot gevolg.

 

Maqam

Toch is de componiste op haar hoede waar het culturele toeëigening betreft. Technieken van de maqam, een aan de Arabische cultuur gelieerd toonstelsel dat reikt van het zuidelijk deel van het Midden-Oosten tot ver in de Balkan, gebruikt ze wel zonder daadwerkelijk de uiteindelijke vorm toe te passen. Net zo min zou ze pure klezmer schrijven al zijn de technieken op de klarinet (in ‘Mei Inoar’) die ze toepast wel daaraan verwant. In haar vioolconcert kunnen we eenzelfde benadering verwachten – qua muzikale ideeën en de verwerking ervan is Fadael zeer consistent. Bovendien schept ze er een genoegen in om een compositie ambachtelijk te benaderen, net als haar eigen instrument, de viool. Ze begint heel eenvoudig met een stuk muziekpapier, potlood en gum en de viool bij de hand. Zo wordt een nieuwe compositie, net als de viool, vanzelf een verlengstuk van haarzelf waarbij ze de klassieke structuren handhaaft. Dit geeft houvast in een reis met onbekende bestemming.

 

© Willem Jan Keizer, oktober 2023. Dit artikel werd gepubliceerd in het Magazine van de Vrienden van het NNO, december 2023

Karmit Fadael – Vioolconcert (wereldpremière)
Vrijdag 12 april 2024
SPOT/De Oosterpoort, Grote zaal / Trompsingel 27 (20:15)
NNO / Pieter van Loenen-vl / Eivind Gullberg Jensen-dir
Verder in dit concert:
Hilborg – Mantra-Elegy
Ten Holt/Fiumara – Canto Ostinato

website Noord Nederlands Orkest
website Karmit Fadael

Foto’s:
portret componiste: © Gregor Servais
viool: © Baher Khairy at Unsplash

Please follow and like us:
Pin Share
Back to Top