Niet alles van een genie is geniaal maar dirigent Lahav Shani plaatst Beethoven in de juiste context

Willem Jan Keizer

 

Rotterdam – Het Rotterdams Philharmonisch Orkest sloeg met de aanstelling van Lahav Shani als opvolgend chefdirigent voor Yannick Nézet-Séguin twee vliegen in één klap. Naast een uitstekend dirigent is hij een formidabel pianist. Dat bleek tijdens het afgelopen Gergjev Festival waar hij het Concert voor Piano en Blazers van Igor Strawinsky speelde terwijl Valeri Gergjev het orkest dirigeerde; dat bleek deze week wéér tijdens een Beethoven-concert waar hij al dirigerend Beethoven’s 4e Pianoconcert speelde.

 

Beethoven. Alles is al gezegd en geschreven over deze componist en pianist. Zijn muziek wordt zo vaak gespeeld dat, wil je er nog mee wegkomen, je er iets aan toe moet voegen. En dat valt niet mee. Hij stond aan de basis van het moderne symfonie orkest zoals we dat nu, 200 jaar later, nog kennen. Het RPhO had als intermezzo tussen het 4e Pianoconcert en de 7e Symfonie een fragment van een hoboconcert bedacht, dat Beethoven rond 1792 zou hebben geschreven. Een largo, dat is wat ervan overbleef. De gespeelde reconstructie werd vervaardigd door Jos van der Zanden en Cees Nieuwenhuizen ofschoon zij niet de eersten waren die zich ermee bezig hielden. Het resultaat van hun navorsingen is een nogal bravig, aan de toenmalige modetrends gehoorzamend werkje met al wel typisch Beethoveniaanse chromatiek in de hobo afgewisseld met lyrische melodieën –  verdienstelijk gespeeld door de 1e hoboïst van het RPhO, Karel Schoofs. Een jeugdwerk, niet alles van een genie is geniaal.

 

Van belang om Beethoven’s muziek goed te kunnen beluisteren is de plaatsing in de tijd. Beethoven paste veel vernieuwingen toe, organiseerde het orkest binnen de mogelijkheden die hem ten dienste stonden. Klarinetten raakten in zwang binnen het orkest, hij gebruikte ze ofschoon het kleppensysteem van Böhm pas na Beethoven’s dood werd toegepast. Hij componeerde binnen de muzikale vorm, maar rekte de vorm wel steeds verder op. Het waren revolutionaire tijden en Beethoven was een revolutionair mens. In 1789 brak de Franse Revolutie uit, een baanbrekende omverwerping van het ancien régime dat eeuwen lang de Europese samenleving ordende. Beethoven was toen een jaar of negentien; drie jaar later schreef hij zijn hoboconcert. Hij was een groot aanhanger van Napoleon die met zijn legers grote delen van Europa onveilig maakte, onderwierp zelfs. Tot hij zichzelf in Parijs in 1804 tot keizer kroonde. Prompt schrapte Beethoven zijn motto in zijn 3eSymfonie die hij aanvankelijk aan Napoleon had opgedragen. Het militarisme echter is tot in alle uithoeken van Beethoven’s symfonische werk hoorbaar: de hoorns en trompetten waren in zijn tijd signaalinstrumenten voor de jacht dan wel het leger – en zo klinken ze ook. Pauken hingen in die tijd aan weerszijden van een paard dat vooruit liep aan een colonne soldaten. Ook dat hoor je terug bij Beethoven. Maar niet als je er, zoals decennia door alle mogelijke dirigenten en orkesten, zware Karajaneske romantische vettigheid overheen giet. Zo consumeert het grote publiek het weliswaar het liefst maar zo doe je Beethoven schromelijk tekort.

Shani trapte niet in die oh zo voor de hand liggende valkuil. Hij reduceerde het orkest en plaatste de strijkers uiteen: de 1e en 2e violen tegenover elkaar, de altviolen en celli omgewisseld en ook min of meer tegenover elkaar; contrabassen als een waaier linksachter. Houtblazers in het midden, koper een beetje naar rechts en de pauken geheel rechts. In het 4e Pianoconcert was de concertvleugel op de plaats van de dirigentenbok terechtgekomen en Shani dirigeerde vanachter het klavier. Het resultaat was een uiterst transparant geheel waarbij alle instrumentgroepen afzonderlijk en in grote mate van evenwicht te beluisteren waren. Bovendien speelt Shani niet als een klassieke klavierleeuw maar was zich bewust van de fortepiano uit Beethoven’s tijd. Hiermee én met de 7e Symfonie (1811; Beethoven schreef hem nog ruim voordat het Wener Congres plaatsvond (1814-15), daar waar Europa opnieuw werd ingedeeld)

bracht hij Beethoven weer op de plek waar hij hoort: een classicus en geen romantisch componist en bovendien de grondlegger van ons moderne orkestrepertoire. Een concert met alleen Beethoven heeft dit nodig, naast de transparante en ademende uitvoering die het RPhO ervan gaf.

 

Grote zaal de Doelen Rotterdam: Rotterdams Philharmonisch Orkest, Lahav Shani dirigent en piano; Karel Schoofs-hobo. Shani’s Beethoven. Bijgewoond: vrijdagavond 4 oktober

 

www.rpho.nl

www.dedoelen.nl

Please follow and like us:
Pin Share
Back to Top