Het Orkest van het Mariinski Theater zet de Doelen in vuur en vlam

Willem Jan Keizer

Rotterdam – Gebruikelijk is dat dirigent Valeri Gergjev niet alleen het Rotterdams Philharmonish Orkest dirigeert tijdens zijn festival, maar ook het Orkest van het Mariinski Theater. Ondanks de goud-omrande klank was dit in het verleden het mindere van beide orkesten. Er was destijds niet genoeg geld voor fatsoenlijk instrumentarium, voor goede rieten en snaren en ander ongerief dat muziek maken op het hoogste niveau nogal eens in de weg zat. Bovendien moest er hard worden gewerkt om de muzikale cultuur op internationaal niveau te brengen – Gergjev had immers het orkest en het theater in Sint-Petersburg persoonlijk van de ondergang gered. Daarin is hij glansrijk geslaagd. Gisteravond was dat hoorbaar in de Rotterdamse Doelen.

Balletten op sprookjes-thema’s waren in de 19eeeuw een Russisch specialisme geworden, zozeer zelfs dat de muziek die componisten als Tsjaikofski, Rimsky-Korsakoff en Igor Strawinsky bij deze balletten schreven in de hele 20eeeuw tot op de dag van vandaag het vertrekpunt is geworden voor componisten van film- televisie- en documentaire-muziek.  John Williams’ muziek bij Harry Potter-films is exemplarisch. Een Kerst is ondenkbaar zonder Tsjaikofski’s Caisse Noisette(Notenkraker); Igor Strawinsky’s muziek bij het ballet L’ Oiseau de Feuis op dit punt universeler maar niet minder iconisch. Andrew Lloyd Webber jatte rücksichtslos hieruit voor de ouverture van diens musical Jesus Christ Superstar. Strawinsky’s meesterlijke muziek stond centraal tijdens het concert van het Orkest van het Mariinski Theater.

Het concert opende met een vroeg werk van Strawinsky, Feu d’ Artifice, een werk voorzien van een opus nummer, Op. 4. Strawinsky brak hierna met de gewoonte om opusnummers uit te delen aan zijn  muziek, één van de vele vernieuwingen die hij doorvoerde. Hierin is hij nog volledig schatplichtig aan zijn leraar Rimsky-Korsakoff. Deze componist was de artistieke leider van het harmonieorkest van de Russische marine en dat was hoorbaar in zijn symfonische repertoire. Ook in het werk van Strawinsky. Een tamelijk strikte scheiding in de behandeling van de strijkersgroepen ten opzichte van de achterkant van het orkest duidt daarop, en is niet alleen het gevolg van de Franse invloed zoals die aan het tsaristische hof gold. Eigenlijk een niemendalletje, een cadeautje van Strawinsky aan zijn leermeester, maar dan wel een briljante, een uitstekende vingeroefening voor het grote werk. Het Mariinski Orkest verzorgde in 1909 de première.

De Vuurvogel is een mythisch wezen, fenix-achtig, dat een zuivere en onbereikbare schoonheid symboliseert. Voor het ballet dat Sergei Diaghilev voor zijn Ballets Russes liet uitwerken werden diverse sprookjesfiguren bijeengebracht. Kastsjei  de Onsterfelijke is een boze tovenaar die een schone prinses gevangen houdt. tsarevitsj Ivan besluit de prinses uit de klauwen van Kastsjei te redden en slaagt daarin door middel van een magische veer die de Vuurvogel hem schonk. Mikhail Fokine verzorgde de choreografie en aanvankelijk werd aan Tsjerepnin, Ljadov, Glazoenov en Sokolov gevraagd de muziek te schrijven. Het werd de jonge Strawinsky. Diens onconventionele ideeën en technieken zorgden voor een instant internationaal succes. De finale van L’ Oiseau de Feu(1910) is mogelijk de mooiste ooit geschreven en brak met de 19eeeuwse tradities op dit punt, lijkt geïnspireerd te zijn door het ontembare slot van Scriabin’s Poème de l’ Extase van twee jaar eerder. Het maakte Strawinsky op slag een internationaal gezien componist. Zijn samenwerking met modernist Diaghilev katapulteerde de muzikale ontwikkeling een nieuwe eeuw in met ongekende mogelijkheden, het was het begin van de ontwikkeling van de belangrijkste componist van de 20eeeuw.

De uitvoering van het Mariinski orkest mocht er zijn. De gouden klank in de strijkers werd gepareerd door een koperklank die scherper is dan we hier gewend zijn en een slagwerksectie die qua timing in niets meer onderdoet voor een westers top-orkest. Gergjev had nog een paar ideeën uitgewerkt. Hij wisselde de altviolen van plaats met de cellisten. Dat zorgde voor een meer transparant beeld aan de onderkant van het geluidsspectrum. Zijn cocktailprikker uit zijn Rotterdamse tijd was nu verwisseld voor een satéstokje dat echter al snel op de lessenaar een plekje vond. Maar ook deze prikker belette Gergjev niet om uitgebreid met de vingers van zijn rechterhand – met stokje – te wapperen, zijn handelsmerk om nog meer detail uit het orkest te toveren. Bovendien was de dirigentenbok verdwenen, hetgeen een nieuw aspect van deze dirigent liet zien: hij danste voor het orkest, gebruikte de ontstane ruimte optimaal om het vuurtje onder de diverse groepen op te poken.

Hoe fraai deze Vuurvogel ook was, de beperkingen van het orkest werden zichtbaar in het tussendeel: L’ Ascension(1933) van Olivier Messiaen. Qua muzikale thematiek een uitstekende keuze, hier wordt hoorbaar hoe dicht Messiaen’s idioom bij Strawinsky stond. De ten hemelvaart van Christus, verbeeld door intense strijkers, was toch niet helemaal het plakje cake voor dit orkest. De stokvoering bij de violen vloog ineens alle kanten uit, de concertmeester liep daarbij nogal voor de troepen uit. De cantilene in het eerste deel, Majesté du Christ demandant sa gloire à son Pêre, formidabel geschreven voor de kopersectie, wiebelde hier en daar zodat scherpte het won van warmte. Dat alles bijeen bleef was te danken aan de dirigent. Hier bevoer het Mariinski Orkest onbekende wateren. Maar dit waren slechts wat details in een verder puik concert.

Grote zaal de Doelen, Rotterdam: Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival. Orkest van het Mariinski Theater Sint-Petersburg o.l.v. Valeri Gergjev. Werken van Strawinsky, Messiaen, Bijgewoond: vrijdag 13 september

www.rotterdamsphilharmonisch.nl/nl/voorstellingen/Gergiev_Festival

©willemjankeizer2019

nothing may be re-publised or used otherwise without prior consent

Please follow and like us:
Pin Share
Back to Top