Sinfonia Rotterdam schudt de lock-down van zich af in een geïnspireerd en bevrijdend concert

Willem Jan Keizer

Rotterdam – Het mocht weer, na maanden van intelligente lock-down in verband met het Covid-19 virus. Concerten geven met publiek, niet meer dan 30 man weliswaar, conform de afspraken. Tegelijkertijd gingen vrijdagavond, de 5e juni, twee orkesten aan de slag met de nieuwe versoepelde maatregelen. In Amsterdam speelde het Koninklijk Concertgebouw Orkest in de eigen zaal, met dirigent Gustavo Gimeno een uitvoering van de achtste symfonie van Antonin Dvorak. In de Rotterdamse Laurenskerk speelde Sinfonia Rotterdam onder leiding van Conrad van Alphen en pianist Ronald Brautigam als solist.

Niet alleen kon het beperkte publiek de concerten bijwonen, via live streaming werd er een veel breder, internationaal publiek bereikt. Via YouTube, Facebook en de eigen website werd het Nederlandse publiek bereikt, het concert van Sinfonia Rotterdam werd met hulp van de symfonieorkesten in Zuid Afrika aldaar druk bekeken. Eenvoudig was het niet om dit te organiseren. De Veiligheidsregio Zuid Holland hield de boel scherp in de gaten, het aanvankelijke orkest mét blazers werd stapsgewijs gereduceerd tot een strijkorkest en het programma navenant aangepast. En dan is het spannend of het gaat werken, of de muziek van Dvorak, Mozart en Schubert, orkest dirigent en solist overeind blijven onder deze omstandigheden.

De grote ruimte en dito akoestiek van de Laurenskerk wordt redelijk in toom gehouden door een doorzichtig geluidsscherm boven het podium, maar normaal gesproken is er een grote hoeveelheid publiek die alleen al door de aanwezigheid de akoestiek verder tot aanvaardbare proporties dempt. Dat was er nu niet, wel een dertigtal goochem neergezette stoelen zodat de zaal nog redelijk gevuld leek. De musici zaten niet alleen anderhalve meter van elkaar, voor het eerst speelden ze ook van een eigen lessenaar, daar waar die anders standaard gedeeld wordt met de dichtstbijzijnde collega. Hoe dit zich zou verhouden tot de akoestiek en daarmee het muzikale eindresultaat was de grootste vraag. Verrassing eigenlijk want juist door deze afstand en de bijzondere orkestopstelling met de drie contrabassen midden achterin, achter de celli werkte buitengewoon goed. In de delicate muziek van zowel Dvorak’s Nocturne als Mozart’s Pianoconcert no. 12 KV414 ontstond een grote ruimtelijkheid in het klankbeeld zonder dicht te slibben.

De grote truc is om het orkest zo neer te zetten dat het hele programma goed klinkt want een changement is niet mogelijk. Dat lukte Sinfonia Rotterdam buitengewoon goed, zo goed dat niemand zich met de omstandigheden bezig hoefde te houden en zich dus volledig op de muziek kon concentreren. Dit leverde een buitengewoon geïnspireerd concert op met een zeer fraai uitgevoerde Nocturne van Antonin Dvorak. Het lang aangehouden orgelpunt vormde een solide maar tevens transparant fundament onder de muziek. Pianist Ronald Brautigam had weinig moeite zijn draai te vinden in Mozart’s KV414 uit 1782. Eigenlijk zit er nog een blazerssectie achterin het orkest – 2 hobo’s, fagot, 2 hoorns – maar het kan ook met strijkkwartet of -orkest worden begeleid. Voor Brautigam is Mozart de kern van zijn repertoire, hij separeert de noten zonder de vloeiende lijnen te verwaarlozen, gebruikt een licht toucher en laat de muziek verrassend eenvoudig klinken, ook op een moderne concertvleugel.

Schubert’s strijkkwartet Der Tod und das Mädchen is door velen omgewerkt naar strijkorkest, de meest bekende versie kwam van Gustav Mahler. Van Alphen besloot om er zelf een bewerking voor strijkorkest van te maken. Met zijn achtergrond als strijker – hij is geschoold contrabassist – is er een interessante en uitgebalanceerde versie ontstaan waarin onder meer in het tweede deel thema’s weer voor strijkkwartet alleen werden teruggezet. De afwisseling tussen het tutti en het kwartet houdt je als luisteraar goed bij de les. De uitvoering die Van Alphen uit het hoofd dirigeerde, was meeslepend, geïnspireerd en puntgaaf, mede omdat hij als dirigent erg is gegroeid en zijn orkest de ruimte gunt om zelf muziek te maken en in passages alleen de puntjes nog op de -i hoeft te zetten.

Dit concert, uniek in zijn zetting, leert ons een paar dingen, leert ons anders naar de muziekwereld te kijken. Het moge duidelijk zijn dat door alle restricties het idee dat inkomsten uit de markt te halen zijn naar de filistijnen is. De subsidiërende overheid dient dit besef tot zich door te laten dringen en de kunstensector deze ideologie, utopie, post-corona niet weer terug op te leggen. Al was het maar om een nog verdere armoedeval in de toch al hard getroffen sector te voorkomen. Dan is het het fenomeen streaming. De opname van dit concert, via de website van het orkest terug te zien, is een buitengewoon goede weergave. Hier liggen mogelijkheden voor in de toekomst want reizen, zowat de core-business van de muzikant, zal nog lang lastig zijn. Nu is het nog gratis maar waarom zou daar geen secundaire bron van inkomsten liggen? Ofschoon internet de belichaming van gratis is moet toch ook op dit vlak eens de erkenning komen dat dit niet meer kan. Tenzij we een basisinkomen invoeren zal er voor geld moeten worden gewerkt. Gratis kan dat dus niet.

Wat dit concert ook leerde is nog wel het meest elementair: muziek is een sociale aangelegenheid. Zonder publiek is er geen interactie en eerlijk gezegd: na maanden YouTube en Spotify eindelijk weer eens bij een concert zijn is een bevrijding.

Laurenskerk Rotterdam: Sinfonia Rotterdam o.l.v. Conrad van Alphen. Ronald Brautigam-piano. Werken van Dvorak, Mozart en Schubert. Bijgewoond: vrijdagavond 5 juni.

www.sinfoniarotterdam.nl/livestream/

Foto: Conrad van Alphen, oprichter en dirigent van Sinfonia Rotterdam. Foto © Marco Borggreve

©willemjankeizer2020 nothing may be re-publised or used otherwise without prior consent
Please follow and like us:
Pin Share
Back to Top